Kasteel Nederhoven (oorspronkelijk Nierhoven genaamd) was tot aan de Franse Revolutie een leen van het graafschap Horn. Het leenstelsel, een systeem dat in de Middeleeuwen ontstond, hield in dat de (schat)rijke hoge adel bijvoorbeeld een kasteel en landerijen overdroeg aan een leenman (Ook leenheer genoemd). Als tegenprestatie moest deze dan aan zijn heer jaarlijks een zogeheten schatting betalen en hem vooral eerbied en trouw bewijzen. Dat laatste kwam er onder meer op neer dat de eigenaar-leenman zich verplichtte om met de heer ten strijde te trekken als deze in een gewapend conflict verzeild raakte. En behoorde tot het kasteel ook nog een boerderij (wat bij Nederhoven het geval was), dan moesten de boer en zijn personeel eveneens meevechten.
In de archieven van de Van Hornes staat Meinhart van Lövenich in 1480 vermeld als eerste eigenaar- leenman van het goed Nederhoven. Hij wordt in 1495 opgevolgd door Corneille van Lövenich en in 1507 door Henri van Lövenich. Hoewel hetzelfde geslacht er blijft wonen, verandert de familienaam als Anna van Lövenich met Christophe van Dursdael trouwt en deze in 1562 het leenheerschap verwerft. In 1576 wordt een Meinhart van Lövenich als laatste leenheer met deze familienaam genoemd.
Een zoon uit het huwelijk van het echtpaar Van Dursdael-Van Lövenich, die is getrouwd met Elisabeth van Cruchten, treedt als leenman in 1587 in de voetsporen van zijn vader. Hij sterft in 1610, nadat zijn vrouw een jaar eerder is overleden. Zij laten drie minderjarige kinderen achter, voor wie een zekere Frederik Rhoe het leen Nederhoven 'verheft', zoals de benoeming van het leenheerschap destijds werd betiteld. In 1614 wordt voor de drie kinderen het huidige kasteeltje als jachthuis gebouwd op de plaats waar sinds de tweede helft van de 15e eeuw het eerste huis Nederhoven heeft gestaan, zoals uit een document uit 1480 blijkt.
Een van de drie kinderen, jonkheer Jean van Dursdael, treedt in 1616 als leenman aan. Maar net als menig voorganger sterft ook hij jong, want in 1627 verheffen zijn minderjarige kinderen Nederhoven (door tussenkomst van het familielid jonkheer Barthélemy van der Voort) het leenheerschap. Met de dood van Frans van Dursdael in 1677 sterft dit geslacht, dat sinds 1400 in hoge functies nauwe banden met de graven van Horn heeft gehad, uit.
In 1681 vestigt zich de uit Maaseik afkomstige familie Smets op kasteel Nederhoven. Het moet voor de toenmalige bewoner majoor Charles Smets een hele opluchting zijn als hij in 1695 vrijstelling van inkwartiering van militairen krijgt. In die tijd schuimt er heel wat wisselend krijgsvolk rond dat bij voorkeur inkwartiering in edelmanshuizen zoekt.
In de vrijstelling staat te lezen dat de 'Hertog van Sleeswijk-Holstein, Veldmaarschalk der Verenigde Nederlanden en Staats-Gouverneur van Maestricht' aan Charles Smets een brief van 'Protectie en Sauvegarde' heeft verleend om bevrijd te blijven 'von alle gewelt, plunderinge, rantcoeneringe, brandschattinge, afbrekinge van daecken, huijsingen en de getimmerten; afhacken van vrucht- en andere opgaende boomen en voorts alle schade en verderf deser zijde: ruijteren, knechten, kar- ofte voerluijden ende voornamentlijck van die van het tegenwoordige leger'.
Door vererving komt Nederhoven in 1779 in het bezit van de familie Van Dam. Het is François van Dam die op 29 april 1794, aan de vooravond van het doordringen van de Franse Revolutie naar het graafschap Horn, zijn zoon Philippe als leenman laat verheffen. Deze allerlaatste leenman van de graaf van Horn is op dat moment nog maar een zeven jaar oud kind.
De Roermondse koopman Reinier Dahmen, een handelaar in granen die is getrouwd met Maria Tissen en op zoek is naar een leuk zomerverblijf in Midden-Limburg, koopt het in (Maaslandse) renaissancestijl gebouwde kasteel in 1887. Het is de eerste keer dat het edelmanshuis door verkoop in 'vreemde' handen komt, want alle voorgaande bewoners waren ergens familie van elkaar en kwamen door vererving in het bezit van Nederhoven.
In de 20e eeuw werd het in 1964 grondig gerestaureerde kasteel bewoond Johanna Dahmen (de achterkleindochter van Reinier) en haar man Eugène van Basten Batenburg. Met de komst van het geslacht Dahmen naar Nederhoven, hield Magere Hein zich ineens in toom. Maar daarvoor was het vier eeuwen lang een algemene regel geweest dat vrouwen vroegtijdig hun echtgenoot verloren en minderjarige kinderen hun vader kwijtraakten. In dit verband is het opmerkelijk dat in het familiewapen van het geslacht Dahmen niemand minder dan Magere Hein is te zien, gezeten op een paard. Johanna van Basten Batenburg-Dahmen kan niet zeggen of dit toeval is, dan wel een bewuste verwijzing naar al die sterfgevallen.
In 1963 is het Huis gerestaureerd en voorzien van electriciteit, water, sanitair en verwarming en vanaf 1965 permanent bewoond. De paardenstallen bij het Huis zijn in 1968 ingericht voor bewoning en vormden tot 2021 het gastenverblijf en Bed & Breakfast voor circa 8 personen. De Bed & Breakfast faciliteit is tegenwoordig niet meer beschikbaar.
Landgoed Nederhoven is in 2022 overgegaan in de zorgvuldige en ambitieuze handen van Robert van Basten Batenburg, een neef van Johanna van Basten Batenburg. De diverse gebouwen, tuin en overige groenvoorzieningen zullen in de komende tijd worden aangepakt en waar nodig worden gerestaureerd, dan wel gemoderniseerd.